maandag 12 september 2016

Later als ik groot ben...


Later als ik groot ben...
Ieder kind fantaseert daarover en dromen over grootse beroepen zoals kapper, piloot, brandweerman of schooljuffrouw.
Ik droomde niet over een beroep voor later, maar wat ik wel dacht was, als ik later groot zou zijn, ik weer zou kunnen horen...
Ik heb een periode gehad in mijn jeugd, dat ik ervan overtuigd was dat dat zou gebeuren.
Als je erover nadenkt, is het ook logisch. Ik was in mijn hele jonge leventje nog geen volwassen doof persoon tegen gekomen. Iedereen was goed horend, dus het kon niet anders of ik zou wel over mijn doofheid heen groeien.

Toen mijn broertje naar de peuterspeelzaal ging, ik zal een jaar of 8 zijn geweest, speelde hij veel met een jongetje uit de buurt.
Weer een tijd later, ik denk rond mijn 10e levensjaar, werd ik me ervan bewust dat de ouders van dat jongetje, net als ik, ook doof zijn.

Ik kan me nog een voorval herinneren; ik moest mijn broertje ophalen bij dat jongetje thuis.
Ze woonden twee straten verderop. Ik ging er op de fiets heen, en belde aan. Ik zag binnen allemaal lampen flitsen en schrok er best wel van. Het zag er raar uit. Toen kwam de moeder aan de deur, en ze had een hele vreemde stem en ze deed haar gezicht zo raar (was gewoon mimiek en gebarentaal wat zij deed).
Ik wist dat echter niet, ik had nog nooit deze vorm van communicatie gezien en kon alleen maar denken: 'is ze niet goed bij haar hoofd?'.

Die moeder is een ontzettend lieve vrouw, maar zij bracht mijn wereldbeeld aan wankelen.
'Zijn alle doven zo?', vroeg ik me af. Maken ze allemaal zo'n rare gebaren en trekken ze allemaal van die vreemde gezichten erbij?
Ik vond het zeer confronterend.
Mijn hele wereld bestond uit 'normale' mensen en ik wilde hetzelfde zijn als iedereen en niet anders. Dus diep in mij nam ik een besluit en dat was dat ik nooit met dove mensen wilde omgaan. Daar kon ik me niet mee identificeren.

Op het schoolplein hadden we in een groepje ook gesprekjes over later als we groot werden, hoe het dan moest. Daar maakten we ons best druk over.
Want als je slechthorend bleef, maar je wilde wel een baby, hoe deed je dat dan? De beste oplossing was volgens ons een horende partner te nemen, die kon je dan bij alles helpen.
(even tussendoor: over het woordje -slechthorend-; ik gebruikte dat woord altijd als kind; 'ik ben slechthorend', want dan leek het niet zo erg. Doof zijn was in onze optiek ernstiger en heftiger)

Ik had dus een negatief zelfbeeld met betrekking tot mijn doofheid, zag mezelf als iemand met een beperking. Iemand met een aandoening, iemand die niet volledig was.
Maar dat liet ik naar de buitenwereld toe niet merken. Het leuke van doof-zijn is dat je het goed kan verbergen. Het is niet zichtbaar. Dus daar maakte ik dankbaar gebruik van :-)

In mijn geval ging dat best ver. Ik had overlevingsstrategieën waar men zich helemaal niet van bewust was. Nu weet ik dat er meer doven zijn, die hetzelfde deden.
Ik zal er een paar noemen;

1. Gewoon anderen nadoen: bijvoorbeeld tijdens de gymles. De docent geeft instructies. Ik verstond dat nooit, maar hield mijn mond. Als we dan moesten beginnen, dan keek ik gewoon heel goed om mij heen, en deed na wat anderen deden. Zo leek het net of ik alles gewoon verstaan had. Handig toch?

2. In de klas op de middelbare school, schuin in het schriftje van mijn klasgenoot kijken wat hij/zij opschreef. Later durfde ik wel te vragen of ik het even mocht overschrijven.
Thuis hele teksten doorlezen, om de les in te halen, want daar had ik tijdens de lessen niks van meegekregen. En de docent? Die had niks door...

3. Zelf heel veel praten. Zolang ik zelf aan het woord was, wist ik waar het gesprek over ging en was de kans op miscommunicatie een stuk kleiner. Totdat het onderwerp soms plotseling veranderde, zonder dat ik het in de gaten had. Tja, ik denk dat een paar klasgenoten van mij dan wel raar opgekeken hebben...

4. Heel goed naar het gezicht van de ander kijken, terwijl die persoon praat. Soms verstond ik er geen bal van, maar wist toch op het juiste moment 'ja, ja' te knikken of zoiets, waardoor de gesprekspartner het gevoel had van: ' ze verstaat me'.

En al deze strategieën zijn heel logisch.
Want stel dat ik toen assertief genoeg was om te zeggen dat ik het niet kon verstaan, dan moest ik elke halve minuut wel mijn vinger opsteken.
En eerlijk is eerlijk, dan ga je je toch ergeren aan doven?
En dan de laatste vraag ter overdenking:
bestaat er 1 persoon in de wereld die zo assertief is, dat als die in gezelschap verkeert waar de taal niet eigen is, zonder tolk, die dan elke halve minuut aan de bel durf te trekken?

Ik geloof er niks van...










8 opmerkingen:

  1. Herkenbaar!! Over dat droom en fantasie gesproken is heel logisch maar verder in jouw verhaal over doof zijn met negatieve beeld had ik ook (veel later pas)! Je wist niet beter maar nu wel. Mooi geschreven en ga zo door

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat heb je je veel moeten aanpassen als kind. Lijkt mij heftig geweest voor jou. Fijn dat je het deelt. Ik herken het en heb zelf weer andere dingen mee gemaakt. Fijne dag. Liefs, Perwin

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Wat erg dat ze zelfs jouw leraren op school niet door hadden dat je hen niet verstond. Ik neem aan dat zij wisten dat je doof was. Ongelooflijk dat ze er zo weinig rekening mee hielden. En dat dit wellicht komt doordat jij je zo goed aanpaste als kind, dat niemand het merkte, vind ik geen excuus. En wat ontzettend jammer dat je als kind niet veel meer in contact gebracht bent met andere dove kinderen/mensen. Wat moet jij je vaak eenzaam hebben gevoeld.

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Wel heftig dat je als kind hebt gedroomd dat je weer horend zou worden. Het is geen beroep maar een identiteit. Erg. Geen normale ontwikkeling, denk ik. Ook nog veel dingen aanpassen ... Ook wel knap van je dat je zoveel energie en kracht hebt om door te kunnen gaan. Het zit ook in je. Gelukkig ben je nu lekker doof, toch? Goed dat je dit zo open deelt met ons allemaal. Bedankt hiervoor. Liefs Annemieke

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Wel heftig dat je als kind hebt gedroomd dat je weer horend zou worden. Het is geen beroep maar een identiteit. Erg. Geen normale ontwikkeling, denk ik. Ook nog veel dingen aanpassen ... Ook wel knap van je dat je zoveel energie en kracht hebt om door te kunnen gaan. Het zit ook in je. Gelukkig ben je nu lekker doof, toch? Goed dat je dit zo open deelt met ons allemaal. Bedankt hiervoor. Liefs Annemieke

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Hoi Annemiek, ik droomde niet over horend als beroep. Ik hield me als kind niet bezig over beroepen. Wel dacht ik horend te worden later.
    Is een goed voorbeeld om te laten zien hoe belangrijk het is als dove kinderen rolmodellen in hun leven hebben, van jongs af aan.
    En ja hoor, nu is doof prima 👍🏻😄
    Ben blij dat ik nu gebarentaal kan, dat heeft mijn leven zoveel makkelijker gemaakt.
    Bedankt voor je reactie

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Hoi Iris,
    Liesbeth stuurde een link naar je blog door. Indrukwekkend om te lezen. Wat moet het verwarrend geweest zijn, toen je de moeder van dat vriendje ontmoette. En dan de beslissing om geen contact te hebben met doven. Dat is indirect zeggen dat je geen contact wil met jezelf zoals je werkelijk bent. Dank voor het delen.
    Wendy V.

    BeantwoordenVerwijderen
  8. Herkenbaar... Heb ook vaak inhoud van de lessen moeten missen omdat ik niet ze kan volgen. Jammer mochten wij vroeger bij slechthorendenschool niet gebaren.

    BeantwoordenVerwijderen